18 mannen en 18 vrouwen kregen navigatieopdrachten. De onderzoekers observeerden de deelnemers en gebruikten daarbij functional magnetic resonance imaging (fMRI).
Mannen voerden 50% meer opdrachten uit dan vrouwen. Uit de scans bleek dat mannen de kortste wegen namen, richtingen globaal inschatten en een andere deel van de hersenen (hippocampus) gebruikten.
Richtingsgevoel zorgt voor effectiviteit en flexibiliteit |
Volgens de onderzoeker Carl Pintzka gebruiken mannen meer hun richtingsgevoel dan vrouwen. Deze strategie is effectiever en flexibeler. Mannen bereikten hun doel dan ook sneller. Uit de scans bleek ook dat mannen vaker de hippocampus gebruikten. Dit duidt er op dat de hippocampus belangrijk is voor het richtingsgevoel.
Vrouwen daarentegen hebben een betere lokale kennis. Vrouwen zijn dus beter in het vinden van objecten in het huis terwijl mannen sneller het huis vinden.
Testosteron
Daarna werden 42 vrouwen verdeeld in 2 groepen. 21 vrouwen kregen testosteron en de andere vrouwen kregen het niet. De vrouwen die testosteron kregen voerden niet alleen meer navigatieopdrachten uit, hun kennis van de omgeving verbeterde en ze gebruikten ook meer de hippocampus.
Een fMRI scan |
Pintzka hoopt dat dit onderzoek ook behulpzaam zal zijn bij het bestrijden van geheugenverlies. Vrouwen hebben meer kans op Alzheimer terwijl mannen meer Parkinson krijgen.
Lesen Sie diesen Beitrag in deutscher Sprache